vrijdag 16 oktober 2009

Das


Ongeveer een maand gelden kwam Jan thuis met een DAS (blaireau). Het arme beest was op de kruising bij de grote weg aangereden. Omdat dan er een uur daarvoor ook langs was gekomen, moest hij nog maar net dood zijn. Ik wist niet dat die beesten zo groot waren (75 cm). Mijn reactie was al snel; Ja leuk, maar wat moet je ermee. Ik ga zijn jasje uittrekken was zijn antwoord. Waarop Tessa (7 jaar) heel enthousiast reageerde; oh dan kunnen we zien hoe hij er van binnen uit ziet, leuk! Ik hoopte dat mijn kinderen hier zouden opgroeien zonder de fobie van muizen en spinnen zoals mijn moeder en waar ik nog een behoorlijke tik van mee heb gekregen. Maar deze reactie had ik toch niet verwacht. Mijn lacherige reactie werd dan ook niet begrepen. Maar Jan moest eerst werken en had het beest zolang ergens neergelegd. Gelukkig was het erg lekker weer en waren we veel buiten, maar waar kwam toch die enorm vervelende lucht vandaan? Ineens ging me een lampje branden. Dat beest was inmiddels drie keer zo groot geworden en zat onder de vliegen. En stinken..... De dag erna was de lucht niet meer te harden en van buiten leven was even geen sprake. Na vier dagen was Jan weer thuis en kon hij eigenhandig het kadaver ver weg ergens op ons land gaan brengen. Gelukkig bestaat er geen geur tv.

Geen opmerkingen: